Europa heeft mondiaal een doorslaggevende rol gespeeld in de modernisering van het denken. De Europese intelligentsia heeft vanaf de late middeleeuwen en renaissance een centrale rol gespeeld in het tot stand brengen van humanistische en wetenschappelijke denkbeelden. Vanaf de 17e eeuw is Europa het centrum van het moderne denken, dat methodologische, empirische wetenschap mogelijk heeft gemaakt. Dat is vermoedelijk de belangrijkste bijdrage aan de ontwikkeling van de mensheid geweest. Vanuit dit wetenschappelijke denken werden heel geleidelijk de traditionalistisch hierarchische denkwijzen vanuit godsdiensten en vanuit feodale verhoudingen gekritiseerd. Het idee van democratie, dat wil zeggen, de van onderaf gestuurde machtsdelegatie naar herroepbare centrale uitvoerders is na de invoering van democratie in de VS en na de Franse Revolutie een centrale rol gaan spelen in de Europese naties. Dat de Europese naties vervolgens elkaar bleven bestrijden op het terrein van de machtsverdeling, zowel intern binnen Europa, als buiten Europa in een globaal koloniaal imperialisme, was een merkwaardig, maar niet onbegrijpelijk aspect. Europa bleef ook een gelaagde samenleving, die weliswaar qua bevelsstructuur niet meer toeviel aan adel of monarchen, maar die een nieuwe maatschappelijke constructie met zich bracht: de klassen-samenleving. Dit betekende, dat wetenschap en cultuur voornamelijk toeviel aan de burgerlijke lagen in de samenleving, en dat de klasse van het proletariaat gedoemd bleef in relatieve armoede te leven. Deze sociale constructie, die samenviel met het ontstaan van het liberalisme, was oorzaak van veel grote problemen: de internationale concurrentie; de economische crises; de armoede; de oorlogen. Een en ander leidde tot de Eerste Wereldoorlog. De genoemde sociale structuur droeg bij aan het ontstaan van communisme en fascisme, en dit was de oorzaak van wat de Duitse historicus Ernst Nolte “De Europese burgeroorlog” heeft genoemd, die haar concrete beginpunt vond in de Eerste Wereldoorlog en de Spaanse burgeroorlog. Deze Europese burgeroorlog mondde uit in de Tweede Wereldoorlog. De Tweede Wereldoorlog droeg bij aan het ontstaan naast supermacht VS, van de nieuw supermachten: Sowjet-Unie/Rusland; en de Volksrepubliek China.
Europa is zelf de broedplaats geweest voor het ontstaan van communisme en fascisme. Na WOII heeft Europa zich ontwikkeld tot een tamelijk non-agressieve staten-federatie, die in het algemeen een enigszins maar niet vergaand sociaalgecontroleerd kapitalisme voorstaat. Europa heeft geen eigen defensie-apparaat. Europa heeft geen centrale overheid, die zonder de achterban van de 27 lidstaten kan opereren. In bepaalde opzichten lijkt de federatieve structuur van Europa wel wat op anarchistische federatiemodellen. Maar zijn praktisch overheersende kapitalistische structuur (denk aan de huidige Europees-brede woningproblematiek) bestempelt hem toch eerder als een liberale federatie. En, wat belangrijk is, Europa is geen supermacht meer. Europa is na de Tweede Wereldoorlog een vazal van de VS geworden, en zal dat voorlopig nog wel blijven.
Rusland was in de 19e eeuw een land dat nog maar beperkt deelnam aan de economische ontwikkeling die West-Europa doormaakte. Het was, vermoedelijk net als het Ottomaanse rijk een traditioneel land, waarvan weliswaar de elite aansluiting zocht bij het westen, maar dat op het punt van industrie en agrarische sector volstrekt antiek was. Een middeleeuwse godsdienst, de Russisch orthodoxe kerk, bood het hierarchische model voor de samenleving. Weliswaar was tsaar Peter vooruitstrevend, maar de bevolking nam nauwelijks deel aan een rationele ontwikkeling. We zouden het nu een derdewereldland noemen.
De Russische revolutie zou een nieuwe fase van ontwikkeling inluiden. Ik denk dat dit ook in bepaalde opzichten gebeurd is. Industrialisatie en industriele landbouw begonnen geleidelijk op te komen. Er vond niet plaats wat in typisch kapitalistische landen gebeurde: een verlies van traditionele cultuur. Ook na de val van het sowjet-regime is die traditionele cultuur nog steeds niet volledig afgebroken. Afbraak zal in grote steden meer het geval zijn dan op het platteland, maar vermoedelijk niet zo sterk als in kapitalistische landen. De herinstallering in de 21e eeuw van de Russisch orthodoxe kerk is indicatief. De anti-liberale (het woord libertair neem ik hier maar helemaal niet in de mond) sfeer komt heel uitdrukkelijk naar voren in het dictatorschap van Poetin, en in de afwijzing van maatschappijkritische boodschappen en alternatieve politieke stromingen (Navalny). Ook de homofobe elementen in de Russische cultuur wijzen heel sterk naar nog steeds overheersenden traditionele maar vooral ook fascistoide opvattingen.
Poetin heeft zich dictator gemaakt van een post-communistisch land. Dit lijkt te betekenen dat de hierarchische opbouw van deze samenleving in het algemeen nog steeds veel lijkt op die van de communistische periode. Een en ander leidt niet tot een werkelijk anti-communisme, en al helemaal niet tot een vrijheidlievend socialisme, maar tot het instandhouden van alle hierarchische nadelen van de communistische fase. Dit maakt een geolied kritiekloos afwikkelen van besturing van bovenaf mogelijk. De Russen laten zich dit kennelijk aanleunen. Vroeger hadden we misschien kunnen beweren dat dit het gevolg was van een “slavische” cultuur, maar ik denk dat het beter is te stellen dat het gaat om de directe gevolgen van marxisme en leninistisch/stalinistisch communisme. Het individu, het subject, speelt in deze opvattingen geen rol. De kritische opvattingen van de Frankfurter Schule, hebben in het algemeen meer betrekking gehad op het Europese fascisme en nationaalsocialisme, en minder op dat van Rusland. Het lijkt mij niet terecht. Het huidige Rusland, dat zich geen werkelijke democratie heeft aangemeten, is structureel een fascistoide samenleving, waarbinnen kleine kritische categorieen zich weliswaar proberen te verzetten tegen Poetin en zijn politiek, maar dat structureel beheerst wordt door het centralistische systeem van deze dictator met zijn aggressieve denkbeelden. Het is met name het hierarchische element in het communisme geweest dat verantwoordelijk is voor de zaken waarmee we nu geconfronteerd worden in de Oekraine-politiek.
China en Rusland hebben zich in 1918 resp. 1948 met Europese ideeen gerevolutioneerd tot communistische staten. En hoewel Rusland sinds 1989 zijn status als sowjet-staat kwijt is, is ex-KGB-er Poetin erin geslaagd de hierarchische structuur van de Sowjet-Unie en zijn vazallen te behouden, wat overigens veel weg heeft van de structuur van het Hitlerse Duitsland.